German Panzerkampfwagen IV Ausf. J

De Panzerkampfwagen IV was met ruim 8000 geproduceerde exemplaren de belangrijkste tank van Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Deze tank bleef gedurende de hele oorlog in massaproductie en er werden meer dan 8000 stuks geproduceerd, dat was meer dan 1/3 van Duitsland’s totale tankproductie gedurende de oorlog. Het was de ruggengraat van de pantserdivisies en hij werd vaak aangeduid als het ‘werkpaard’. De Pz.Kpfw. IV onderging constante verbetering gedurende zijn lange carrière. Als voorbeeld werd het originele 7.5cm kanon met korte loop vervangen door het 7,5cm KwK40 L/43 kanon met lange loop, beginnend bij de ‘Ausf.F2 versie. Het verder verbeterde 7,5cm KwK40 L/48 kanon werd voor het eerst gebruikt op de Ausf.H. In 1944 echter, na de introductie van de nieuwe Panther en Tiger tanks, was de hoofdrol van de Pz.Kpfw. IV voorbij en werd hij voornamelijk ingezet voor defensieve doeleinden. Er was een sterke behoefte om de bouw te vereenvoudigen en de productiviteit te verhogen mede als gevolg van de groeiende schaarste aan grondstoffen. De laatste van de serie, de Ausf.J, had dus een veel eenvoudiger constructie en de hulpmotor/generator werd vervangen door een extra brandstoftank. De verhoogde reikwijdte van 210 km tot 320 km werd verwelkomd door de Duitse troepen, omdat ze moeilijkheden hadden met de bevoorrading, maar het werd bereikt ten koste van de elektrische stroom voor de nu langzamer draaiende koepel. De stalen zijplaten bekend als Schurzen (rokken/skirts), voor het eerst geïntroduceerd op de Ausf.G, werden soms vervangen door zwaar gaas of zelfs helemaal weggelaten.